Veilig schaatsen bij Shorttrack

Shorttrack is een uitdagende en snelle sport. Er wordt dicht op elkaar gereden en bij het opzoeken van grenzen hoort ook vallen. Bovendien zijn de ijzers heel scherp, daarom worden ze ook wel messen genoemd. Om snijwonden, blauwe plekken en andere ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen hebben we een aantal voorwaarden en afspraken met betrekking tot de uitrusting, de baanbeveiliging en het gedrag tijdens de training.

Persoonlijke uitrusting: (sommige items hebben we tijdelijk te leen)

  1. Shorttrackhelm (of een andere helm zonder gaten) die goed past, met de kinband goed afgesteld, 
  2. Veiligheidsbril (vuurwerkbril, werkbril, sportbril),
  3. Snijbestendige nekbeschermer of een snijbestendig pak dat hoog om de nek sluit,
  4. Snijbestendige handschoenen,
  5. Knie- en scheenbeschermers,
  6. Sokken als bescherming voor de enkels,  liefst snijbestendige sokken of snijbestendige enkelhoesje,
  7. Scherpe schaatsen (botte schaatsen veroorzaken onnodige valpartijen),
  8. De punten van het ijzer moet aan de voor en achterzijde afgerond zijn met een straal van minimaal 10mm,
  9. Geen losse veters, flapperende kleding etc. waar iemand in kan blijven hangen,

Vanaf de C-categorie wordt er vanuit de KNSB verwacht dat iedereen een volledig snijvast pak heeft met minimaal snijbestendigheid level III. Hierbij wordt aangeraden om een onderpak (uit één of tweede delen) te gebruiken, want 2 lagen werkt beter dan 1 laag.

Kijk ook eens op de site van de KNSB naar het communiqué Persoonlijke Veiligheid Shorttrack. Daar staan EN-nummers en andere normen nader gespecificeerd.

Baanbeveiliging:

  1. Bij trainingen en wedstrijden staan er rondom de baan kussens tegen de boarding.
  2. Het is van belang dat de kussens op de juiste plek staan en dat het klittenband goed op elkaar zit.
  3. Het kost tijd om de kussens neer te zetten en op te ruimen. Om zoveel mogelijk trainingstijd over te houden, verwachten we dat iedereen een half uur van te voren aanwezig is om mee te helpen. We doen dit meestal vóór het dweilen, dan kan er met schone schoenen op het ijs gelopen worden.
  4. Het neerzetten en opruimen van de kussens moet snel gebeuren en is geen speelmoment. Er mag ook nog niet gereden worden.

Gedrag:

We willen graag dat iedereen veilig en met plezier kan trainen. Daar hoort ook spelen, kletsen, grappen maken, enzovoort bij. Let wel op de volgende zaken:

  1. Pas gaan rijden als de deuren van de dweilmachine dicht zijn en de kussens gesloten,
  2. Let goed op bij het oversteken van de baan. Ga niet onnodig heen en weer naar de kant. Aan ouders het verzoek om op de tribune plaats te nemen, om de verleiding te voorkomen,
  3. Rijd met de rijrichting mee,
  4. Na een valpartij zo snel als het kan opstaan. Zorg ook dat je je handen dicht bij je lichaam houdt zodat er niemand overheen kan rijden,
  5. Als je de kussens ingaat probeer dan zo te draaien dat je met je rug er tegenaan komt,
  6. Op het middenterrein staan alleen trainingsmaterialen en bidons. Geen kledingstukken waar je over kunt struikelen,
  7. Als je ‘rust’ hebt blijf je staan (niet zitten/liggen) en houd je in de gaten wat er om je heen gebeurt. Het gaat erom dat je kunt reageren als iemand onderuit schuift en jouw richting op glijdt,
  8. De verschillen in niveaus zijn soms groot, houd rekening met elkaar. Indien nodig pas je je snelheid aan en wacht je tot er een moment is waarop geracet kan worden,
  9. Bij NSV Shorttrack zijn we gewend dat iedereen door elkaar en met elkaar optrekt en het gezellig heeft op en rondom het ijs. Mocht je het niet naar je zin hebben of je ergens niet prettig bij voelen, bespreek het met de trainer of coördinator. Mocht dat niet lukken dan heeft NSV ook een Vertrouwenspersoon.

 

 

 

 

website + nieuws Overzicht